De Tilburg School of Humanities van de Tilburg University is inhoudelijk partner van de tentoonstelling over naastenliefde. Dr. Hanneke van Asperen zit in het wetenschappelijk adviesteam van de tentoonstelling en is als postdoc verbonden aan de universtiteit. Haar expertise is Caritas in Beeld: transformaties in de beeldtaal en de beeldvorming van naastenliefde.
Caritas in beeld
Dr. Hanneke van Asperen over haar onderzoek
Wat voor soort wetenschapper ben je en waar werk je?
Als kunsthistoricus houd ik me bezig met beeld en verbeelding. Aan de universiteit van Tilburg onderzoek ik vooral de weergave van caritas in de kunst, met name vanaf de dertiende eeuw. Ik breng afbeeldingen van de deugd ‘liefde’ (caritas) in kaart en relateer ze aan de context waarin ze verschijnen. Waar mogelijk, probeer ik ze te koppelen aan ideeën en praktijken van liefdadigheid waar ze uit voortkwamen.
Als je aan jouw wetenschappelijk onderzoek denkt, welk beeld komt dan bij je op?
Caritas is door de eeuwen op allerlei plaatsen en in allerlei vormen afgebeeld. Ik denk aan een prent die Pieter Brueghel de Oudere ontwierp rond 1559. Hij plaatst een moeder met kind te midden van een menigte mensen die zich bezig houden met liefdadigheid, zoals de hongerigen voeden. De vrouw is de verpersoonlijking, of personificatie, van het abstracte begrip ‘liefde’, of caritas zoals bij haar voeten staat geschreven. Zoals ze hier is afgebeeld, met twee kinderen, is emblematisch. Een kind is een symbool van afhankelijkheid. Dit kan de zorgbehoevende zijn die afhankelijk is van anderen, maar ook de mens die steun zoekt bij God. De relatie moeder-kind symboliseert bovendien de onvoorwaardelijkheid waaraan liefde moet voldoen.
Waar is caritas op terug te voeren?
Het grote belang dat binnen het christendom aan caritas wordt toegekend, valt terug te voeren op de eerste brief die Paulus schreef aan de christelijke geloofsgemeenschap van de Korintiërs. Daarin schrijft hij: “Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.” Caritas is de liefde voor God, maar ook van God voor de mens en in de liefde voor de medemens imiteert de mens Christus. Met zijn caritasfiguur plaatst Brueghel liefdadige werken in de context van de liefde voor God en de ‘imitatio Christi’. Op het hoofd van de vrouw in Brueghels prent bijvoorbeeld, nestelt een pelikaan die zichzelf in de borst pikt om de jongen te voeden. De pelikaan is symbolisch voor Christus die zichzelf offerde voor de mensheid.
In wat voor gedaanten komt caritas nog meer voor?
Hoewel caritas vanaf de veertiende eeuw vaak wordt weergegeven als een vrouw met kinderen wisselen de voorwerpen die ze bij zich heeft, de details en de positionering. Ik noem wat voorbeelden: in afbeeldingen van caritas die vervaardigd werden voor weeshuizen dragen de afgebeelde kinderen vaak het uniform van dat weeshuis. De vrouw Caritas wordt hier een personificatie van de charitatieve instelling. Een sculptuur van de Italiaanse beeldhouwer Lorenzo Bartolini (1777-1850) in het Rijksmuseum toont een moeder met twee kinderen; een ervan leest een tekst op een banderol. De moeder wijst met haar vinger op het papier. In een tijd van maatschappelijke hervormingen op het gebied van armenzorg, onderwijs en opvoeding legt Bartolini de nadruk op de noodzaak van goed onderwijs voor minder bedeelde kinderen. Caritas onderwijst hier de arme. De jongeling is mogelijk zelfs een verwijzing naar een monument van de beroemde filosoof en pedagoog Jean-Jacques Rousseau die daar is afgebeeld met…. een lezende jongen.
Hanneke van Asperen
Postdoc
Tilburg Universiteit