Collecteren en filantropie.
Het vragen om een bijdrage voor een goed doel is zo oud als de mensheid: de hongerige bedelaar heeft in alle tijden om een aalmoes gevraagd, de Nieuwe Kerk in Amsterdam vroeg in de late Middeleeuwen om een bijdrage voor een weeshuis. De gave verdween in de bedelnap, in het aan de muur verankerde offerblok of in het collectezakje tijdens de eredienst.
Welk goed doel werd/wordt om welke reden door wie gesteund? We laten een euro zakken in de gleuf van het moderne offerblokje om de aangestoken kaars te betalen en we doen onze bijdrage in de collectebus van de vrijwilligster van het KWF. En dat doen wij belangeloos, uit liefdadigheid.
Goede doelen en liefdadigheid. (Naastenliefde?)
Filantropie betekent 'liefde voor de mensheid'. Ook wel omschreven als 'het vergroten van de levenskwaliteit van de medemens', soms letterlijk vertaald als 'liefdadigheid' .
Nederland kent een lange geschiedenis in het ondersteunen van behoeftigen. Naast de persoonlijke bijdragen kent ons land allerlei soorten hulp door de ongeveer 2000 filantropische vermogensfondsen (met een gezamenlijk vermogen van rondom 60 miljard euro), waarvan ongeveer 300 verenigd zijn in het FIN. Deze belangenvereniging geeft informatie over het beleid van zo'n 700 fondsen. ( Voor voorbeelden, zie 'Armenpenning'.) Deze vermogensfondsen ondersteunen projecten inzake natuur en cultuur, welzijn en zorg.
Een geldbedrag voor een duur cultureel avondje voor de rijken onder ons lijkt iets minder 'liefdadig' dan het stichten van een weekendschool voor gemotiveerde niet-westerse jongeren (= indirecte armoedebestrijding).
Het CBF (Centraal Bureau Fondsenwerving) wil de transparantie van de goede doelen bevorderen en coordineert de landelijke collecteactiviteiten. Haar Kenniscentrum verzamelt informatie over filantropie en fondsenwerving.
In het 'groot': wij Nederlanders zijn gul tijdens de acties voor directe noodhulp, maar de politiek snoeit in het geld voor ontwikkelingswerk. Wij zijn een filantropisch volk.
In het 'klein': buurtgenoten doen geld in een potje om de Voedselbank te ondersteunen. Noem het liefdadigheid (of toch 'naastenliefde'?)...
N.B.: Vrijwilligerswerk en Liefdadigheid.
De vrijwilligster van het KWF gaat door weer en wind rond met haar collectebus, een leraar meldt zich als trainer van de F-jes van de voetbalclub. Allemaal vrijwilligers: Nederland telt er wel 30.000! Vrijwilliger in een hospice, is dat liefdadigheid? Vrijwilligster in het bibliotheekbestuur, is dat een hobby? Gemeenschappelijk: belangeloosheid!