4. Mijn weg als pelgrim
En waarom liep ik?
Ik weet het nog steeds niet. Ik kan wel aanleidingen noemen, maar de diepere motivatie? Het ging mij niet om sportieve of religieuze redenen, ik zat niet op een keerpunt in mijn leven. Maar ik had wel behoefte om de kluizenaarskant van mezelf weer de ruimte te geven, om tijd voor stilte, rust en bezinning te vinden. Hoe anders pakte het voor de kluizenaar uit! Overeind bleef de mogelijkheid om langere tijd letterlijk “op weg” te zijn, in de voetsporen te gaan van eerdere pelgrims, de traditie van een oude pelgrimstocht te volgen.
Overal kon je die voetsporen van een rijk pelgrimsverleden zien. In de ruines van de vele hospitaaltjes, de abdijen, de fraaie oude bruggen die speciaal voor pelgrims waren aangelegd, de complexen van de (tempel)ridders om de pelgrims te beschermen (en hun eigen macht uit te breiden), de vele deels vergane of weer gerestaureerde kerken en kapelletjes.
Kerk en kerkdiensten.
Ik heb genoten van al die vaak eeuwenoude kerken en kapelletjes. In Frankrijk waren ze meestal open en kon ik in de stilte de sfeer op me in laten werken; genieten van de architectuur, het licht door de mooie glas-in-lood ramen, de beelden en afbeeldingen. Ik kon er gelukkig ook rijke momenten van stilte en bezinning vinden.
Zeker zo boeiend vond ik het wanneer verleden en heden bij elkaar kwamen, zoals in de schitterende middeleeuwse kloosters en abdijen onderweg. In Conques zongen de paters het pelgrimslied zoals dat al eeuwen wordt gedaan. In Vaylats waren nog 13 stokoude nonnen, maar ze herbergden wel pelgrims en we aten samen. Het klooster van Roncevalles is helemaal gerenoveerd om op een wat meer hedendaagse manier 400 pelgrims te kunnen herbergen.
En dan waren er de kerkdiensten zelf. Een keer werd er speciaal voor ons kleine groepje pelgrims een mis opgedragen door een oude, halfverlamde priester die regelmatig z’n tekst kwijt was. Meestal kregen de pelgrims aparte aandacht, soms een bidprentje in eigen taal en de pelgrimszegen: moge St. Jacobus je beschermen en helpen …. En ik heb me gedragen, geborgen en gesteund gevoeld, door mensen en door St. Jacobus.
Ik denk dat elke pelgrim onderweg bijzondere momenten van hulp en steun heeft ervaren. Op het verdrietigste moment van mijn tocht kwamen ineens bekenden uit m’n dorp aangefietst; ik ben ze om de hals gevlogen! Toen ik een keer de weg kwijt was en net dacht: ai, wat moet ik doen? lag er een kleine steen voor m’n voeten met de tekst ”Buen Camino”.
Hoewel ik niets heb met de kerk als instituut, heb ik zeker de kerkdiensten in Spanje als levend en vreugdevol ervaren. Met oude rituelen in een levend jasje. Men zong tijdens de communie-uitreiking; in Carrion zette de priester een CD op met een swingend Spaans Camino-lied waarmee je wel helemaal tot het eind van de aarde wilde lopen…. een heerlijk gevoel van vrijheid en vertouwen in het leven dat ik graag zou willen vasthouden. Het grote wierookvat in Santiago dat op spectaculaire wijze omhoog-hoger-hoogst zwaaide.
Ik had me van te voren nauwelijks gerealiseerd dat de Camino zo verbonden was met de kerk, maar daar komt ze natuurlijk wel uit voort. Hoewel ik katholiek ben opgegroeid, kom ik nog zelden in een kerk; in deze periode bijna elke dag! Het gebeurde en het was goed.
Er waren ook allerlei andere rituelen onderweg.
Een steen bij een stapel andere stenen leggen of bij een kruis als symbool van het afleggen van ballast of het aan God overdragen van moeilijkheden in je leven.
Sommigen kruizen (en ook bomen) waren versierd met voorwerpen van pelgrims.
Door een kilometerlang hekwerk waren allerlei kruizen van plantenvezels geweven; ieder die wilde plukte een plant en voegde weer een kruisje toe …
In Finisterra verbranden pelgrims hun kleren: de pelgrimsstatus
wordt afgelegd (en luizen en ander ongedierte geëlimineerd).