De juiste uitrusting is het halve werk. Je bent zo’n kleine twee maanden ’on the road’: leven vanuit je rugzak. Degene die tevoren goed heeft nagedacht over wat wel en niet mee te torsen, loopt een stuk lichter. Toekomen met weinig is ook een kwestie van afstand nemen van de dagelijkse luxe. Ik loop nu al drie weken in hetzelfde overhemd en dezelfde afritsbroek. Elke avond was ik mijn overhemd uit, je hoeft je medemens tenslotte niet op alle lichaamsgeuren te trakteren. Zoiets moet je wel leren.
Vanochtend stapte een Braziliaanse pelgrim de ontbijtzaal binnen met de vraag of er iemand geïnteresseerd was in zijn 2-liter waterzak . Spiksplinternieuw. Te zwaar, had hij na één dag reeds ontdekt. Het enige kledingstuk dat ik in deze weken nog niet gebruikt heb, is mijn regenbroek. Ga ik waarschijnlijk ook niet gebruiken. Levert echter niet zoveel verlichting op wanneer ik deze naar huis terugstuur. Ik neem die paar ons extra wel mee.
Medepelgrims observeren en taxeren op hun rugzak geeft een goed beeld over hun loop- en pelgrimervaring. Vanochtend startte ik uit Roncevalles. Ik was nogal laat (08.00 uur) en had dus alle tijd om me een beeld van de diversiteit aan uitrusting te vormen.
Veel pelgrims maken er een sport van om allerhande materialen aan hun rugzak te binden. Een kleine greep uit het geregistreerde assortiment: steelpannetjes, slaapzakken en -matjes, handdoeken, wasgoed, een thermoskan, vlaggetjes, schelpenkettingen en natuurlijk ook schoenen en/of sandalen. Meestal slingeren die vrolijk van links naar rechts in de cadans van de wandelaar, spottend met alle wetten van de aërodynamica. Ik hou er zelf van om alles strak weg te binden, ritsjes dicht en economisch inpakken. Ik kan me mateloos ergeren aan het tikken van een los ritsje tijdens het lopen. Het vervult me met een soort trots dat ik al wandelend mijn zonnebrand kan pakken, insmeren en terugstoppen. Zelfde ritueel met de waterbidon.
En toen ging het mis met dat zakmes...
Het was een warme lange dag in Navarro, een prachtig beboste streek in Noord-Spanje, doorkliefd met stroompjes en watervallen. Waarschijnlijk heeft de zegen tijdens de Pelgrimsmis van gisteren in klooster van Roncevalles me goed gedaan, want ik heb een goede wandeldag vandaag. Tijdens de pelgrimsmis krijgen alle pelgrims aan het eind de zegen voor hun tocht. Stel je voor: licht in de kerk gaat uit en de pelgrims staan rond het altaar. Nadat de zegen is uitgesproken, zingt men in het kaarslicht het Sancta Maria. Kippenvel.
In snel tempo lopen we door Navarro. Middagpauze in Zubiri, sinaasappeltje met yoghurt langs een kraakhelder stroompje. De bewegwijzering geeft aan dat Pamplona nog slechts 11 km. weg is. Voor een tweede dag in Spanje is dat erg snel. Automatisch controleer ik mijn buideltasje op mijn rugzakriem. De rits staat open. Ik voel:...geen zakmes! Ik heb een lichtgewicht, klein formaat 'Leatherman' waar ik zeer blij mee ben. Het is niet alleen een zakmes, maar ook een tang, blikopener, schaar, vijl en schroevendraaier. Al die functies zijn de afgelopen weken al eens beproefd. ”What is a man without a Leatherman?” Ik weet intuïtief: Laten liggen op de middagpauzeplaats. "Ik ga terug," meld ik Roland en Ferina, het echtpaar uit Luzern waarmee ik vandaag weer samen loop.
Teruggaan betekent zeker 1,5 km terug. Aan het eind van een lange warme dag is dat niet het eerste waar je op zit te wachten. Vreemd genoeg ken ik geen enkele twijfel. Pelgrimeren is ook af en toe op je schreden terugkeren. ‘Je was te snel weg.’ ‘Je hebt niet de tijd genomen om te controleren,' 'Je was nog niet klaar om van je pauzeplek weg te gaan’. Die gedachten gaan door mijn hoofd. Tijdens het teruglopen bedenk ik me dat ik waarschijnlijk in mijn Georganiseerde Echte Leven er enorm de pest in zou hebben gehad om overnieuw te starten.
Stel: je verliest een document tijdens het werken en moet overnieuw beginnen. So what? Ik loop de hele weg terug met een kinderlijke verwachting en zekerheid dat ik mijn mes terug zal vinden.
Klopt, het heeft op me gewacht.