BURGOS

het 5e schilderij in de Camino-reeks

doek 5 in de reeks van 10

5.Burgos

De kathedraal van Santa Maria in Burgos Door: Gerard Staals

Alle rechten voorbehouden

Sinds voorjaar 2011 werk ik aan een serie van tien schilderijen over de Camino. Santo Domingo de la Calzada is het 4e in de reeks. Burgos, O Cebreiro etc. volgen nog.

BURGOS
Als we op zondag 16 mei Burgos binnen fietsen is het stralend weer, het is zelfs nog behoorlijk warm aan het einde van de middag. Eigenlijk kan het niet bestaan voor een nederige pelgrim, maar we vinden desondanks onderdak in het viersterrenhotel Puerta de Burgos. Het besluit staat vast: we zullen ook nog een rustdag in Burgos nemen. Het wordt weer eens tijd om wat zout uit mijn bezwete shirts te wassen. Een alibi? En dat luxe hotel in het centrum van de stad? Ach, dat bezorgt me en passant een tweede alibi: está situado en la Avenida principal que atraviesa Burgos de Este a Oeste, donde confluyen las principales vías de acceso a la ciudad y en pleno Camino de Santiago. Geen betere plek denkbaar. En die vier sterren? Die vallen toch immers in het niet bij de sterrenvelden van Santiago de Compostela. Dat is een heelal vol. En daarnaartoe ben ik op weg. Daarbij vergeleken is hotel La Puerta de Burgos maar een bescheiden onderkomen.
Al de eerste avond lopen we langs de Río Arlanzón, via de nog kale platanen aan de Paseo Espolón en de Puerta de Santa Maria naar de kathedraal, de grootste van Spanje. Steeds meer wordt me duidelijk dat Burgos een trotse stad is, rijk aan traditie en aan wereldlijke en kerkelijke macht. Vanaf de 11e eeuw fungeert Burgos immers als centrum van de Reconquista (de strijd tegen de Islam). De stad komt als nieuwe hoofdstad van Castilië uit de strijd tevoorschijn. Maar het zal nog tot 1492 duren vooraleer de Reyes Católicos, Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië, in het Andalusische Granada de sleutels zullen overnemen van de laatste emir.
Pas heel veel later zal Burgos opnieuw hoofdstad worden, maar dan van heel Spanje. In 1936, aan het begin van de burgeroorlog (1936-1939) vestigt Franco er tijdelijk zijn nationalistische regering. Burgos zal de dubieuze hoofdstad van Spanje blijven tot de inname van Madrid in 1939.

HET SCHILDERIJ
Burgos imponeert door zijn gigantische gotische kathedraal van Santa Maria. De kerk is daarom prominent in beeld gebracht. Het is een woud van spitse bewerkte torentjes die wit schitteren in het felle licht. De lucht daarboven is azuurblauw. Een feest voor het oog. Het flamboyante van de Santa Maria is terug te vinden in de kleuren van de gevels: wit, cadmiumgeel en rood.
Maar het interieur is misschien nog wel indrukwekkender, en spreidt bijna stuitend de macht van het katholieke Spanje ten toon. Het is alles goud wat blinkt. Het goud dat is terug te vinden in de nog kale platanen van de Paseo Espolón die ondersteboven in de lucht boven de kathedraal hangen. De bomen wortelen in een soort sterrenveld / sterrenhemel (campus stellae)
In de Santa Maria bevindt zich het graf van Spanjes bekendste veldheer: El Cid. Met Sint Jacob wordt hij gerekend tot het vreeswekkende bataljon Matamoros. Op het doek is hij, verguld uiteraard, en gezeten te paard terug te vinden op een van de daken van de kathedraal.
De tekst in het schilderij (rechts) is afkomstig van Cees Nooteboom uit zijn boek ‘De Omweg naar Santiago’ (1992). In het hoofdstuk ‘Nog steeds niet in Santiago’ (1982) schrijft hij het volgende over de kathedraal van Burgos: Het is een orgie van versierdrift, een fanatisme in goud dat hier in zwang geweest is, huiveringwekkend van overdadigheid, ook al door de zwijgende, afgewende manier waarop dat gekrulde, gebeeldhouwde, gedraaide, gewentelde goud in het duister aanwezig is.
Links midden zijn de drie fotootjes terug te vinden. Achtereenvolgens geven ze 1. De gevel van de kathedraal weer, of 2. De Puerta de Santa Maria met de kale platanen van de Paseo Espolón ervoor, en 3. Ikzelf in rood fleecevest poserend voor de in de zon oplichtende Puerta de Santa Maria.
Op enkele plekken aan de zijkanten zijn blauwe glazen steentjes aangebracht die, net als het goud, de ultieme rijkdom moeten verbeelden: edelstenen en goud, het is een geslaagde combinatie in veel kerkelijke kunst.

UIT MIJN BOEK 'ON THE ROAD':
Er is zo veel. Het gigantische gouden hoofdaltaar, van de retablo mayor naar de Capilla del Condestable waar een wel erg wulpse Maria Magdalena zich erg op haar gemak lijkt te voelen. In de Capilla del Santo Cristo ten slotte hangt een wel erg afschrikwekkende Jezus aan het kruis, met echte nagels aan zijn voeten, en echt haar. De rest van zijn lichaam is bekleed met buffelhuid en moet in de verte lijken op een echte mensenhuid. Maar hij heeft wel een echte rok van stof aan, tot op zijn enkels. Elke week krijgt hij, zegt men, een nieuwe aan. En als apotheose, gaat het verhaal dat zijn teennagels elke week geknipt moeten worden. In een Spaanse kerk is niks te gek.

Alle rechten voorbehouden