PELGRIMSROEPING
Na bijna vier weken op de Spaanse Camino is te merken dat je tegen het einde begint aan te lopen.
Vanaf Sarria, waar de 100 kilometergrens begint, krijgt het pelgrimeren duidelijk een ander karakter. De drukte op het pad, de lange rijen bij de refugio's en een afstandelijke sfeer verzwakken de eerder opgedane pelgrimsstemming.
Naarmate ik dichter bij Santiago de Compostela kwam, namen mijn pelgrimsgevoel en het gevoel van vrijheid verder af.
Ik wilde naar Santiago de Compostela om de weg te gaan die duizenden vóór mij gingen en dat al méér dan 1200 jaar lang. Een weg die ieder gaat met een eigen bedoeling en instelling. Een weg en een verleden die je proeft onderweg, die je ziet in eeuwenoude bestrating, bruggetjes, de huizen en kerken. Ik wilde het landschap ondergaan en contacten leggen met mensen. De geest van het pelgrimeren wilde ik ondergaan en delen met anderen.
Compostela was een droom geworden die niet enkel gedroomd, maar werkelijkheid moest worden.
Compostela had voor mij niets van het magische wat rond de persoon van een heilige is verweven. Ik heb in de loop der jaren een gezonde scepsis ontwikkeld tegen misbruik van goedgelovigheid en rituele die erbij horen. Ik wilde ook liever niet op zondag in Compostela aankomen. Het gedoe zou me nodeloos tegen de borst stuiten. Geen duur betaalt zwierend reuze wierookvat voor mij. Een bescheiden eucharistieviering, waarin het Ubi caritas et Amor als bij toeval centraal stond paste me meer. Maar wat is toeval? Want waar vriendschap is en liefde, daar ervaar je immers altijd je God leerde ik gaandeweg.
En zo kwam ik op maandagmorgen 4 juli in alle vroegte aan in Santiago de Compostela. Nagenoeg alléén op het grote plein, staande voor de gigantische kathedraal besefte ik dat het voorbij was. Dat vanaf dat moment het gewone leven weer geleefd moest worden. Maar tegelijk besefte ik dat dit gewone leven geweldig veel rijker zou zijn door het ondergaan van mijn pelgrimstocht, de eenzaamheid, het opgaan in de natuur, beslissingen, het alleen wandelen, het samen wandelen, de ontmoetingen met mensen van over de hele wereld, onze bespiegelingen, de saamhorigheid, de korte vriendschappen, de blijvende vriendschappen, het stoeien met een rijk rooms verleden, de indrukken voor het leven. Alles wat ik zag en onderging heb ik als een spons opgezogen. Het staat allemaal diep in mijn geheugen gegrift en heeft zich verenigd met mijn wezen; het wandeltempo heeft het erin geslepen.
Want wandelaar was ik, pelgrim ben ik geworden. Niet Compostela bleek mijn doel, de weg erheen en de mensen onderweg werden mijn doel.
“Pelgrim, wie is het toch die je roept, of de geheime kracht die je trekt? Het is niet het Sterrenveld en ook niet de imposante kathedraal. Het moet de roeping zijn van de pelgrim in me”, las ik op een betonnen wand bij Najéra.
Een Camino verandert de mens, wordt gezegd. Zozeer zelfs, dat sommigen voortdurend in hun pelgrimstocht als prestatie of als intrinsieke beleving blijven hangen en het niet goed een plaats in hun leven kunnen geven. Velen gaan zelfs lijden aan een ,,caminoverslaving''.
Zeker, de weg heeft me heel veel rijker gemaakt en er gaan nauwelijks nog dagen voorbij dat ik er niet aan terugdenk. Ik heb ervaren hoe gelukkig zo’n lange wandeling iemand maakt.
Maar ook heeft mijn pelgrimsweg me bevestigd hoe leerstellingen en dogma’s mensen kunnen verstikken. En tegelijk ook doen inzien dat het geen enkele zin heeft een rekening te vereffenen met de Roomse Kerk.
Ik heb er bevestiging gevonden hoe betrekkelijk carrière is en hoe dienstbaarheid je leven werkelijk kan verrijken.
Het heeft me doen beseffen hoe belangrijk trouwe mensen in je leven kunnen zijn en daarin ondervonden hoe ieders God zich uitsluitend als liefde en vriendschap in wederkerigheid tussen mensen kan manifesteren.
Maar tegelijk besefte ik dat er in wezen nooit iets fundamenteel zal veranderen. Niet religie zal verdwijnen, maar het bepaald vertrouwde van de religie. Religie is een grondbehoefte van mensen. Wat niet begrepen wordt zal geloofd worden. Geloof zal mensen steun, troost en zin tot leven blijven geven. Mensen zullen mensen blijven vol twijfels, zwakheden en onvolkomenheden. Anderen zullen hier gebruik en misbruik van blijven maken. Zulke mensen zullen generatie op generatie blijven komen en gaan. Wat blijft echter is ieders pelgrimsweg, ieders Camino.
En wij?
Wij zijn slechts voorbijgangers; hedendaagse stappen in eeuwenoude voetsporen.