Als zesjarige zat ik in de kerk. Een nieuw gebouw, met losse stoeltjes. Tijdens de preek droomde ik weg naar de hemel. Die zou in mijn gedacht zijn als deze kerk. Met voor volwassenen zulke stoeltjes (handiger dan de banken in de oude kerk, want voor elke overledene kon er een bijgezet worden). En voor de kinderen een crèche. Het leek me vreselijk: kiezen tussen eindeloze preken of een creche die – naar mijn herinnering – altijd saai was. De hemel? Dat was niets voor mij.
Kiezen tussen preken en crèche
"De hemel? Dat was niets voor mij."