Al heel jong kon ik breien. Mijn moeder heeft het mij geleerd toen ik 4 jaar was. Zo breide ik hele garderobes voor mijn negerpopje Jimmie. Nu helemaal niet politiek correct, maar in 1948 waren die zwarte poppen heel gewoon. Later voor mijzelf truien gebreid en voor mijn kleine zusje. Toen ik verkering kreeg waarschuwde mijn moeder: “brei geen trui voor een geliefde, dan krijgt zo’n jongen het benauwd”. En inderdaad, hij maakte het uit. Later de echte liefde ontmoet en die hield stand, ondanks vele truien. Voor mijn kinderen heb ik heel veel kleren gebreid. Van babyuitzet tot “Elvis”truien en “Doe maar”-truien (zelf ontworpen). Voor mijn kleindochter hoef ik niets te breien. Gelukkig maar, want ik heb al jaren last van een zgn. breiarm.
Truien, truien, truien+truien
Auteur heeft jarenlang truien gebreid voor familieleden.