‘Topvrouw aller tijden’, deze titel krijgt Alida Margaretha Bosshardt van het tijdschrift Margriet in 2010. De lezeressen is gevraagd welke vrouw hen inspireert.
De majoor wordt geroemd vanwege haar humor en relativeringsvermogen, haar
maatschappelijke betrokkenheid en kracht. Alida is geboren in een gezin waarin religie geen grote rol speelt. Zij komt op haar achttiende tot geloof wanneer zij een bijeenkomst van het Leger des Heils bijwoont.
The Salvation Army is in 1865 opgericht in Londen, met als doel de verkondiging van het evangelie in woord en daad:
dienstverlening aan mensen die verdergeen helper hebben. Het Leger des Heils kent een hiërarchische structuur die vergelijkbaar is met het leger. Actieve leden dragen een uniform en heten heilssoldaten.
Het merendeel van de leden is vrouw en ook voor hen staan de leidinggevende functies open. Van 1934 tot 1939 is Evangeline Booth, dochter van de oprichter, de eerste vrouwelijke leider. In 2011 wordt voor de derde maal een vrouw als hoofd van het Leger, generaal, benoemd: de
Canadese Linda Bond.
Alida brengt het tot luitenant-kolonel maar blijft bij het publiek bekend als ‘majoor Bosshardt’. Ze is vooral werk-
zaam onder de prostituees op de Amsterdamse Wallen, waar zij een ‘Goodwill-centrum’ opricht. Het motto is Soap, soup and salvation (Zeep, soep en redding), want zij beseft dat hongerige magen eerst gevuld moeten worden voordat mensen open kunnen staan voor het evangelie.
Beroemd is de foto waarop de majoor de vermomde prinses Beatrix rondleidt op de Wallen. Ook de scène waarin zij in het programma van Rik Felderhof de rug schrobt van Herman Brood is onvergetelijk.
Alida is decennialang het gezicht van het Leger des Heils. Het is typerend dat sinds haar overlijden haar kostuum en haar kenmerkende hoedje bewaard worden in het Amsterdam Museum. Zelf was ze bescheiden over haar activiteiten:
‘Ik ben in dienst van God om mensen te dienen. Niet mij, maar Hem komt alle eer toe.’
π TK