Plaats in het museum: westelijke kloostergang begane grond
Dit zilveren beeldje (H. 21.7 cm.; B. en D. 10 cm.) is in 1900 vervaardigd door C.J. Begeer.
- Wie heeft dit beeldje bij welke gelegenheid aan wie geschonken? -
C.J. Begeer (1883 - 1956) was een edelsmid die werd geprezen om zijn Art Nouveau-stijl. Hij was/is ook bekend als directeur van de Koninklijke Van Kempen en Begeer.
De heilige Vincentius (1581 - 1660).
Hij kwam uit een eenvoudig gezin uit de buurt van het Franse Dax en mocht van zijn vader 'door-leren'. Dat betekende vaak een priesteropleiding volgen. Hij bemande als pastoor in 1612 een parochie in de buurt van Parijs en ziet de armoede. Hij stichtte op het platteland diverse 'Broederschappen van Liefde' om de armen en de zieken te ondersteunen. Hij is de oprichter van de orde der Lazaristen en van een vrouwencongregatie. Voor 'fondswerving' verkeerde hij onder de groten der aarde maar tot zijn dood ging zijn hart uit naar de wezen en vondelingen, naar de armen en zieken. Hij werd in 1737 heilig verklaard.
In de negentiende eeuw werd in Parijs door katholieke leken een vereniging opgericht die zich richtte op de zorg voor de noodlijdende mens: de Vincentiusvereniging. In 1846 werd de Nederlandse Vincentiusvereniging opgericht, een instelling die zich tot op dit moment op diverse locaties inzet voor de ondersteuning van de kwetsbaren.
Zorgen om de zorg voor hulpbehoevenden.
De drempel voor de verzorgings- en verpleeghuizen wordt verhoogd (langer thuis-wonen). Er wordt in de toekomst stevig bezuinigd op de zorg. Hoe moet dat met die kwetsbare groepen onder ons, met de (alleenstaande) bejaarden zonder familie in de buurt, met de ondersteuning van de geestelijk en lichamelijk gehandicapten en andere hulpbehoevenden? De huidige liefdadigheid kent vele vormen, de gemeentelijke welzijnsstichtingen kunnen veel vrijwilligers inzetten ter ondersteuning van de 'behoeftige mens'. Toch is er nu al een tekort.
Volgens de politieke meerderheid kunnen de overheden niet meer alles aan, er vallen gaten. Moet men de 'liefdadigheid' van de vrijwilliger ombuigen naar een burgerplicht voor iedereen? Moeten de inwoners van een wijk de hulpbehoevenden - zonder paternalisme- ondersteunen, zodat bijvoorbeeld langer thuis-wonen verantwoord mogelijk is? De plaatselijke overheid en de zorginstellingen initieren en faciliteren, de vrijwilligers ondersteunen de hulpbehoevenden, samen met de professionals.
Eenvoudig zal het niet zijn: de moderne mens is bereid zich in te zetten voor een tijdelijke klus, 'hier en nu'. Maar zich binden voor een langere tijd, zich willen bekwamen tot een bezielde 'ondersteuner'?