PEREGRINO
Jarenlang
hield de Melkweg me in haar ban.
Het verleden.
De route westwaarts tot aan het einde der wereld.
Voorbij aan de plaats
waar volgens legenden het graf van de apostel zich moet bevinden.
Beroemd gemaakt door monniken en prelaten
tot meerdere eer van Hem die zij hun God noemen
en van zichzelf.
En nu, eeuwen later heb ik mijn moed bijeen geraapt,
heb mijn rugzak gepakt
afscheid genomen zonder veel woorden
en ben op weg gegaan
op zoek naar Hem, die zij hun God noemden
en naar mijzelf.
Onder de sterren liep ik
en kwam mijzelf tegen.
Pas onder de Campus Stellae,
het Sterrenveld, trof ik de wereld
en allen, van over de hele wereld vandaan,
die op weg waren met hetzelfde doel:
hun weg te leren kennen.
Ieders voetspoor te leggen in het spoor van de ander
van eeuwen her, tot aan vandaag.
Om te merken
dat gaandeweg het pad bezit van je neemt,
dat je spoor weliswaar vergaat,
je het stof van je lichaam spoelt
maar je ziel zich slijpt tot wie je wilde zijn:
Pelgrim,
op zoek naar kennis en balans.
En op je weg te ontdekken
dat niet het verschil maakt wie je bent,
maar de overeenkomst met de ander.
Dat jouw God uit mensen voortkomt,
zich ontwikkelt in hun geesten en hun harten
en zo van hart tot hart wordt doorgegeven.
De steen die ik van thuis had meegenomen lag niet zwaar
en ontlastte niet toen ik hem afwierp.
En toen ik, na vele dagen alleen zijn onder de mensen,
neerknielde in de tempel
door mensen bedacht en rijkelijk van goud voorzien,
besefte ik pas goed
dat hier mijn God niet kon wonen.
André