De witte bruidsjurk herinnert mij aan een gebeurtenis uit mijn jeugd. Onze “Oehoe”, de leidster van de kabouters, trad in in het klooster. Wij, als jonge leidsters, mochten daarbij zijn. We moesten wachten in een wachtkamer tot het moment daar was. Wat verveeld keken we rond in het piepkleine kamertje. Op een der kasten stond een kaartje met de tekst: “Hop, hop, hop, til mij met beide handen op”. Je begrijpt wat er na het lezen van deze tekst met 15-jarige meiden gebeurde. We barstten in lachen uit en hebben van het “heilige” moment weinig meer meegemaakt.
Nel
Bijdrage naar aanleiding van de tentoonstelling 'Vrouwen voor het voetlicht'