Een katholieke vrijbuiter’
noemt Wies Stael-Merkx
zichzelf in het boekje 'Geloof in
leven'. Wiesje groeit vrij, vroom en vrolijk op in een onderwijzersgezin.
Kerkelijke wetten worden
thuis soepel gehanteerd: als ze
niet het welzijn van mensen
bevorderen, moeten ze herzien
worden. Na haar huwelijk is Wies actief in het rooms-katholieke vrouwen- en jongerenwerk. Ze wordt echter door de kerkelijke autoriteiten steeds meer als een ‘bedreiging voor het geloof’ gezien, zeker als zij voorzitter van de Acht Mei Beweging wordt.
Wies pleit voor veranderingen
in liturgie, afschaffing van de
kerkelijke hiërarchie en een meer op de mens gericht geloofsleven. Zij besluit haar boek met de volgende
constatering: ‘Ik heb nog
heel wat te doen. Met God bijvoorbeeld ben ik nog lang niet uitgepraat.’ π TK