Een start met verrassingen.
De eerste wandeling tijdens de vakantie moet eenvoudig zijn: een korte, met kleurrijke aanwijzingen. We kiezen voor een wandeling in de buurt van de 'l'Abbaye de Cailloup', ook wel genoemd 'Mas vieux Saint Antonin'.
Aan de overkant van de belendende rivier de Ariège ligt de stad Pamiers. Van de oude abdij rest slechts een mooi gerestaureerde absis.
Tot onze verbazing bevinden we ons op een (voor ons) onbekende pelgrimsroute, de 'Chemin Saint Jacques du Piemont - Pyrenéen.' Deze route loopt van Narbonne over Carcassonne, Mirepoix, Pamiers, St. Lizier en Lourdes naar St. Jacques du Pied de Port.
Na de wandeling, na het afspoelen van de modder, vinden we een paar uren later de gewenste informatie op het net. (De camping is natuurlijk gecheckt op de aanwezigheid van Wifi.)
De abdij werd aan het begin van de twaalfde eeuw gebouwd op een hoge oever langs de Ariège, aan de rand van een vruchtbare vlakte, door heuvels beschut tegen de koude winden vanaf de Pyreneen. De religieuze nederzetting stond onder de bescherming van een zekere Saint Antonin (van Pamiers). Deze heilige groeide rond 500 in deze omgeving op als familielid van een Visigotische koning van Toulouse. Hij wordt vermeld in een 'Vita' uit het begin van de twaalfde eeuw. Hij zou als bisschop de marteldood zijn gestorven in Toulouse omdat hij een ontuchtige abt ter verantwoording riep. Engelen vervoerden zijn overblijfselen over de Ariège naar Pamiers. Of slechts een deel hiervan, een arm? Volgens de legende zouden de overblijfselen in ieder geval op wonderbaarlijke wijze in Pamiers bijeen zijn gebracht. In de kathedraal of in 'onze' abdij...? Heilige overblijfselen, van wie? Sommige bronnen beweren dat zij niet van deze regionale heilige zijn, maar van een zekere Syrische Antonius, door een adellijke kruisvaarder meegenomen naar Pamiers. Bij opgravingen in 1832 en 1896 zijn wel een sarcophaag met voorstellingen van Saint Antonin en een relief met afbeeldingen over zijn leven gevonden.
Op weg naar Santiago de Compostella hebben veel pelgrims zich gesterkt gevoeld door de relieken in deze abdij en/of in de kathedraal. In de stad konden zij terecht in een 'l'hopital St. Jacques'.
In onrustige tijden liep het aantal pelgrims sterk terug; deze omgeving heeft veel 'onrustige perioden' gekend.
In de eerste helft van de dertiende eeuw werd deze streek geteisterd door de kruistochten tegen de Katharen. De gewone bevolking haatte het gedrag en de rijkdom van de geestelijkheid en omarmde de opvattingen van de 'ketterse katharen', de adel (ook de graven van het naburige Foix) wilde zich uit eigen belang bevrijden van het juk van de kerk en zwenkten naar de kant van de katharen. De abt van Pamiers verzocht Simon de Montfort, de aanvoerder van de 'katholieke' kruisvaarders, de zetbazen van de graaf van Foix uit de stad te verdrijven. Verwoestingen gegarandeerd!
Tussen 1350 - 1450 kende Frankrijk de pestepidemieën en de Honderdjarige Oorlog, en aan het einde van de 16e / begin 17e eeuw werd dit gebied geteisterd door godsdienstoorlogen. Van de abdij restte slechts een ruine, de Franse Revolutie deed de rest.
*Zuigende Modder.**
We volgen het pelgrimspad, een wandelroute langs de snelstromende Ariège. Hier en daar ligt een grote plas water. Voor onze aankomst heeft het hier wekenlang geregend. Het pad verlaat de rivier en sluipt langzaam omhoog de heuvels in. Het aantal natte delen groeit, braamstruiken buigen zich over het smalle pad. Volgens het informatiebord bij het startpunt moet hier ergens onze rondwandeling de pelgrimsroute verlaten. Hebben we een gekleurde pijl gemist?
We volgen nog altijd de pelgrimsroute en staan voor een diepe grijsgroene watermassa.
Met blubberende klei langszij. Glijdend over de oplopende zijkanten, grijpend naar overhellende takken (met dorens) nemen we die hindernis. Voorzichtig doorlopen. De volgende blubberhindernis blokkeert het pad. Dit lukt nooit. Tegen onze principes in 'aanvaarden' we de terugweg. Dezelfde moeilijkheden heuvelafwaarts en zien tijdens het zuigende geglij de gemiste gele pijl. Die had zich achter een struik verstopt.
Weer terug op het pad langs de Ariège vraag ik me af hoe die pelgrims dat deden. Ook zij moesten over doorregende heuvels en door kletsnatte dalen, maandenlang. Zijn wij watjes?
N.B.: In de dagen daarna liepen we aan de oostkant van Pamiers een ander deel van de 'Chemin Saint Jacques du Piemont- Pyrenéen, het deel naar Vals. Een bergkerk met prachtige romaanse fresco's.
En ontdekten we in Toulouse in de abdij van de 'l'église Jacobins' een kapel gewijd aan Saint Antonin de Pamiers.