Ezel als metgezel
Sebastian, onze Duitse medepelgrim uit de buurt van Freiburg, vertelt ons de drie grote voordelen van het wandelen met een ezel. Je hoeft geen bagage te dragen; je bent nooit alleen en in elk dorp heb je meteen aanspraak; je wordt uitgenodigd voor een maaltijd en je krijgt een slaapplaats. Peregrina is een fantastisch beest. In de ochtend is ze niet bij te houden en ’s middags niet vooruit te branden. Als het regent of er dreigt onweer weigert ze absoluut om verder te lopen. Vriendelijk toespreken, dreigen met vanavond geen eten, duwen, trekken, het helpt allemaal niets. Verder is ze geweldig. Die zondagochtend zijn we al vroeg gaan lopen. We krijgen om 6 uur al een goed ontbijt van onze gastvrouw in Voutenay-sur-Cure, dat 196 inwoners telt en ligt in het departement Yonne. Die dag zullen we de plaats bereiken waar we al een paar weken naar uitkijken: Vézelay. Om 11 uur is er een mis in de basiliek Sainte-Marie-Madeleine en die willen we graag bijwonen. Het is een mooie ochtend, windstil, prachtig heuvellandschap en de ezel heeft er zin in.
Onverwachte ontmoeting
Rond acht uur komen we langs een onooglijke hut. Een man in een houthakkershemd, in korte broek en op kaplaarzen spreekt ons aan: hebben wij trek in koffie? We aarzelen even, want de tijd tot de mis in Vézelay is beperkt, maar de zin in koffie wint het. Even later zitten we aan een eenvoudige houten tafel in het minuscule huisje samen met de man en zijn vrouw. We krijgen koffie voorgezet, vers stokbrood en kersenjam. Als we de rust prijzen van de plek waar ze wonen, vertellen ze dat jongens uit het dorp de heuvel naast hun huis vaak gebruiken voor brommercrosses en hoe dat de rust verstoort. Dan komt het hele verhaal van het echtpaar, dat ze beurtelings vertellen.
Bijzonder levensverhaal
Een aantal jaren geleden woonden ze nog in de stad Limoges. Beiden raakten ze werkloos. Ze konden hun huur niet meer betalen van de uitkering, hoorden dat deze hut leeg stond en besloten daarheen te gaan. Er is geen stromend water, geen elektriciteit. Water halen ze bij een put in de buurt, ‘s avonds zitten ze bij kaarslicht. Inwoners van het dorp kijken argwanend naar hen. Even vraag ik me af, of de koffiekopjes fris en hygiënisch zijn. Hoe hebben ze het brood gebakken, hoe de kopjes afgewassen en hoe vers is het water? Die gedachten verdwijnen als ze verder vertellen. Elke dag komen er wel pelgrims langs, op weg naar Santiago de Compostela. Zij hebben zich als taak gesteld om hen als gast te verwelkomen en eten en eventueel onderdak in het schuurtje te verschaffen. Dat is hun nieuwe levenstaak geworden. Ze willen er niets voor terug hebben, behalve een ansichtkaart van onze woonplaats als we weer thuis zijn. Ze laten ons een plakboek zien met foto’s en kaarten van voorgangers. Ze vragen of we nog een koffie lusten. We hebben er geen tijd voor, maar besluiten dat een mis in de basiliek nooit zo bijzonder kan zijn als aan een houten tafel zitten bij arme en gastvrije mensen die met ons hun brood en koffie delen. Ze hebben niets en lijken volmaakt gelukkig, met elkaar, met hun armoedige hut, met hun gasten.
Diep onder de indruk
Ze vergezellen ons naar de hoek van de weg en wijzen: Kijk daar ligt Vézelay, boven op de heuvel, ‘la colline éternelle’. Als we dit pad volgen zijn we er over twee uur. We nemen afscheid van elkaar met een omhelzing. Dan lopen we via het plaatsje Saint-Père de heuvel op, ieder met zijn eigen gedachten. Voor ons de prachtige basiliek, achter ons de gastvrije hut. Later vertellen we elkaar dat we alle drie onder de indruk waren. Niet de mis in de abdijkerk of de prachtige timpanen waar we zo lang naar uitkeken zijn de hoogtepunten van die dag, maar een ontbijt in een hutje met bijzondere mensen. Intussen draaft de ezel vrolijk vooruit en is nauwelijks bij te houden op zijn weg naar de prachtige basiliek op de heuvel.