Zo begint Domenico Laffi in 1681 zijn boek Viaggio in Ponente A’San Giacomo di Galitia e Finisterrae waarin hij zijn drie pelgrimsreizen naar Santiago de Compostela beschrijft. Laffi en zijn reisgenoot Domenico Codici vertrekken in 1670 voor de eerste maal vanuit Bologna naar het graf van de apostel Jacobus de Meerdere.
De eerste etappe
In eerste etappe voert Laffi de lezer mee langs Castelfranco, Modena, Reggio, Parma, Piacenza, Lodi, Melagnano naar Milaan. Over deze etappe van circa 220 kilometer doet hij zeven dagen. Laffi beschrijft nauwkeurig wat hij onderweg allemaal tegenkomt. Hij beperkt zich hierbij niet alleen tot de steden en gebouwen die hij ziet, maar geeft ook aan wat hij heeft betaald voor bijvoorbeeld het oversteken van rivieren.
Reisgids
Laffi’s boek is als een reisgids te gebruiken. Zo beschrijft hij Modena als een oude en nobele stad. De kathedraal is zeker een bezoek waard, niet alleen vanwege haar ouderdom maar ook omwille van de heilige relieken die zich in de kathedraal bevinden. Er zijn nog meer goede kerken in Modena, met name de Sant’Agostino heeft indruk gemaakt op Laffi. De kerk is helemaal herbouwd ter ere van de overleden Duke Alfonso d’Este en beschilderd en gedecoreerd met alle patroonheiligen van de familie.
Laffi beschrijft niet alleen de kerken maar ook andere bijzondere gebouwen. Zo geeft hij beschrijvingen van prachtige paleizen waar de mooiste kunstschatten aan de muur hangen. ‘In een kamer zijn de muren geheel behangen met enorme spiegels van het fijnste kristal. Ze sieren niet alleen de wanden maar strekken zich ook uit over het plafond- het meest opvallende ding denkbaar’, schrijft Laffi over het oude paleis in Modena.
Van Modena loopt Laffi verder naar het charmante Reggio waar ze grote hoeveelheden prachtige objecten maken van been. Naast de kathedraal staat er een aantal ‘excellente’ kerken waaronder de Madonna van Reggio. Die kerk wordt zo vereerd dat hij zelfs is afgebeeld op de gouden doppia, een munt die twee scudi waard is.
Parma
Van Reggio naar Parma is het vierentwintig kilometer lopen. Daarvoor moet je een brug oversteken die de grens tussen Parma en Reggio aangeeft. Het kost drie scudi om de brug te mogen oversteken en voor geestelijken en inwoners van Parma is het gratis. Parma is een mooie sterke stad waar zich veel bezienswaardigheden bevinden die de moeite waard zijn. Een van deze bezienswaardigeheden is het achthoekige baptisterium uit 1196. Laffi vindt het een prachtig oud gebouw in de ‘mozaïeken stijl’. Hiermee bedoelt hij de mozaïeken die zowel in stijl als in iconografie Byzantijns aandoen. Het baptisterium is vandaag de dag nog steeds een van Parma’s bijzonderste monumenten. Ook in Parma geeft Laffi weer aan wat de mooiste kerken zijn om te bezoeken, waaronder de kathedraal waarvan de koepel is beschilderd door Correggio.
Via de Romeinse weg de Via Aemilia loopt Laffi verder. De weg is aangelegd in 187 voor Christus door consul Aemilius Lepidus en wordt in de tijd van Laffi nog steeds veel gebruikt. Hij steekt zonder problemen de rivier de Po over en ook hier hoeven geestelijken niet te betalen voor de oversteek. Vanaf daar loopt hij in twee dagen naar Milaan.