In de Middeleeuwen worden al kerstliedjes gezongen, in de kerk, in het klooster of thuis. Op het ritme van de muziek wiegen gelovigen een Jezuspop in zijn bedje heen en weer. Het is een godsdienstige oefening om je geloof te overdenken en dichterbij te brengen. In de zestiende eeuw verdwijnt deze gewoonte.
Kindje wiegen
Traditie in een vrouwenklooster
Ook in kloosters hebben vrouwen moedergevoelens. Daarom is er in het klooster vaak een houten Christuskindje dat kloosterzusters liefdevol verzorgen. Het is een eer om voor dit kindje te mogen zorgen. Ze kleden hem aan en zingen voor hem. In de kersttijd schommelen de zusters het beeldje van Christus heen en weer in een kerstwiegje. Het wiegje staat symbool voor het hart van de gelovige waarin Christus wordt ontvangen. De kloosterzusters kunnen hun moederlijke gevoelens kwijt in deze rituelen.
Tegenwoordig kunnen de kinderen hier en daar weer ‘kindje wiegen’ als activiteit op eerste kerstdag.