Eind jaren '60 was het een bijna jaarlijkse traditie dat ik met mijn nichtjes en opa van moeders kant in de kerstvakantie een kerststallenwandeling maakte langs de parochies in de binnenstad van 's-Hertogenbosch. In mijn herinnering waren er destijds minstens vier parochies (Sint-Pieter, Sint-Jacob, Sint-Cathrien en de Kathedrale basiliek Sint-Jan) die een kerststal hadden staan. Samen met mijn opa, een zeer statige man bolknak rokend en gekleed in een donkerblauwe loden jas compleet met hoed, gingen we op pad.
Zo liepen we de parochies in de binnenstad af en bewonderden de kerststallen. De kerststal van de Sint-Jan was altijd de laatste die we bezochten. Het was de grootste en meest imposante. Uitgebreid bewonderden we de beelden en dieren die in de kerststal stonden. Aan het einde stond ook altijd een knikengel, waar we van opa een bijdrage voor de kerststal in mochten doen. Als we dan de Sint-Jan verlieten werden we geheel in traditie gewezen op 'De Erwtenman' en vertelde opa zijn verhaal hierover.
Vervolgens gingen we naar huis, waar oma wachtte met warme chocomel of thee en koekjes.
Vrijwel elk jaar loop ik in deze periode de Sint-Jan binnen om de kerststal te bekijken. Nu is het is de enige kerststal in de binnenstad van 's-Hertogenbosch. Aan het einde staat nog altijd een knikengel. Of het dezelfde is als toen, voor mij wel.