Na de dood van mijn vader moest ik, dertienjarige, als meest technische de kerststal opzetten. Behalve de beelden (dezelfde als van de eerste stal hier – stal in de zaal Feest!) had hij alles zelf gemaakt: een kasteel voor de koningen, een stal van luciferhoutjes en een ster met een lampje. Alles ging goed, tot het lampje werd aangesloten. Alles werd donker; de transformator vergeten. Gauw kaarsjes aangestoken. Gelukkig kon ik de ster, waarvan het lampje was doorgebrand, maken.
De hele stal werd een extra dierbare herinnering.
Een stal als dierbare herinnering
Een vader die het kerstverhaal een toneel geeft.