Graag wil ik vertellen hoe ik een wonderlijke ervaring had op mijn Camino in 2004. Mijn voornaam is Ben, de voornaam van mijn vrouw is Maria, zij is jarig op 7 juni. Op maandag 7 juni 2004 liep ik de etappe van Rabanal del Camino naar El Acebo; deze etappe voet langs het Cruz de Fierro.
Langs het Cruz de Fierro. Het traject van vandaag vind ik één van de meest indrukwekkende van de hele Camino; landschappelijk prachtig en met plaatsen die zeer tot de verbeelding spreken. Eerst loop ik door het dorp Foncebadon, een bijna volkomen verlaten dorp midden in een leeg, bergachtig gebied. In sommige boeken over de Camino wordt dit dorp afgeschilderd als een spookachtig, gevaarlijk gebied, waar wilde honden zouden wonen; hiervan heb ik echter niets gemerkt. De weg loopt door het dorpen gaat daarna flink stijgen naar een pas. Ik loop een stukje langs een geasfalteerde weg en zie dan in de verte al het Cruz de Fierro.
Dit moet een hoogtepunt van de Camino zijn, maar naarmate ik er dichterbij kom, krijg ik de indruk dat het er nogal kermisachtig aan toe gaat. De weg gaat langs een steile helling, er staan vangrails voor de afgrond en juist voor het Cruz de Fierro zie ik tot mijn stomme verbazing op de vangrail geschilderd: "van Maria voor Ben". Zo kreeg ik juist op haar verjaardag een onverwachte groet van mijn vrouw. Ik heb diezelfde avond nog gebeld om haar te bedanken, maar zij wist van niets! Het was stom toeval; of was het een wonder? wie het weet mag het zeggen.
Voor mij was het in ieder geval een van de meest wonderlijke ervaringen die ik op de hele Camino heb gehad.