‘s Avonds kwam ik vrij laat aan in St Foy la Grande. Net op tijd om nog een hotelletje te regelen aan het stationsplein. Het was meer een grand café met een paar kamers, eenvoudig maar netjes. Ik vroeg me af of de trein nog liep, omdat ik geen trein voorbij zag komen. Wellicht opgeheven; het spoor zag er ook niet bijster onderhouden uit, maar in Frankrijk weet je het nooit.
Na het eten liep ik door de smalle straatjes van het dorp, het was koopavond en nog redelijk druk.
Omdat ik niets met drukte heb ging ik naar de oevers van de Dordonge eens lekker op een bankje de dag uitluiden. Heerlijk dat stromende water, met zijn vogels en het ruisen van de wind door het riet dat aan weerszijden volop aanwezig was. Op zo’n moment dacht ik aan het feit dat een mens maar weinig nodig heeft om gelukkig te zijn. Ik kreeg weer een prozaïsche aanval en schreef het volgende op :
Kikkers in een rivier (Dordogne),
krekels in het gras,
een wegspringende hagedis,
een egel die je nieuwsgierig aankijkt,
een veldje orchideeën,
de warmte van een mensenhart.
Alles voor niets gekregen,
gezondheid, niet echt dom;
ik hoef geen kado voor mijn verjaardag,
ik heb alles.
Ik heb alles
Dankbaar
Het komt zo maar in je op.