Zondagochtend om 10 uur naar de kerk. Voor mijn moeder was dat geen rustig begin van de zondag. Vijf kinderen in de zondagse kleren krijgen, schoenen gepoetst, haar gekamd en dan haast-je-rep-je naar de kerk. Maar hoe houd je vijf kinderen in de leeftijd van drie tot tien jaar rustig? Er zat van alles in haar tas: boekjes, kleurpotloden en naar het seizoen: paaseitjes, pepermunt of pepernoten. Dit mochten we opeten tijdens de preek. De sport was om het langzaam in je mond te laten smelten. Die preek, die was dan ook zo voorbij.