Ik loop hard naar Miramont-Sensacq in een lange optocht van pre-gepensioneerde would-be pelgrims en andere vakantiegangers. Via de saaie, wat lege, korenvelden op het plateau bereik ik het dorp. Ik ga naar de gîte. De ontvangst is prima. Het is in mijn tempo nog acht dagen naar Saint-Jean-Pied-de-Port en ik zal tot daar geen echte camping meer tegenkomen. Ik krijg yoghurt en honing. Philippe is imker en oud-pelgrim. De honing en de yoghurt gaan goed samen. Ik knap er van op. Vanaf Eauze zijn de Pyreneeën al te zien als het een heldere dag is. Als een grijze massa aan de horizon. Miramont dankt zijn naam eraan. Bovenop de heuvel, bij de kerk kun je bergen zien. Niet vandaag. Het is te heet en te heiig. Als ik terugkom zijn er anderen aangekomen. Eric en Josephine, Engelsen en Didier en Bernadette. We zijn geen van allen gelovig. Er wordt eten klaargemaakt. Een stevige soep met brood. Josephine laat de aquarellen zien die ze onderweg maakt. Eric deed dat vroeger ook, maar hij kan het niet meer. Hij is het vermogen kwijtgeraakt. Hij tekent nog wel eens, maar hij ziet overal gezichten. Hij laat er ook een zien. Het is een boom met overal gezichten als vruchten aan de takken van de boom. Hij ziet er bezwaard uit.
Ik zie hier ook de documentatie van de Societés des Amis de Saint-Jacques. Veel documentatie. De Societés des Amis de Saint-Jacques is een Europese organisatie met nationale en Franse departementale afdelingen. Het is duidelijk groots opgezet. Philippe maakt me duidelijk dat je moet stempelen in Spanje, want anders kom je de gîtes niet in als het druk is. Als je minder dan vijfendertig kilometer hebt gelopen en het is druk word je opzij gezet. Reserve. Zij, die vijfendertig kilometer of meer hebben gelopen, mogen binnen. Waar doet me dat aan denken? Op basis van een kenmerk links of rechts. Het bevalt me niet. De druk die wordt uitgeoefend bevalt me niet.
De wandeling naar het kerkje van Sensacq is mooi. Het kerkje ook. Er staan geen beelden. Het is behoorlijk in verval. Maar het is mooi vanwege de eenvoud en de ligging. En in dat kerkje zie ik Eric neerknielen in de bank. Hij slaat de handen voor het gezicht en bidt. Aarzelend, maar hij bidt. Ik sluip het kerkje uit.
Bernadette maakt buiten een foto van ons terwijl Josephine zit te tekenen.
Die avond, in de gîte van Arzacq-Arraziguet, raken we aan de praat. Hij is hoofd van een school geweest waar reorganisaties werden uitgevoerd en hem van alles werd opgedragen om uit te zoeken. Tot hij op een gegeven moment 90 uur per week werkte om de vragen te beantwoorden en nog was het niet genoeg. Op weg naar huis had hij het op een gegeven moment gehad. Hij keerde om, liep naar de dokter en barstte in huilen uit. Hij ging wel weer aan het werk, maar er was iets gebroken. En de school werd verkocht. Ze hebben twee zoons. Een ervan is kunstenaar en verdient te weinig om van te leven en teveel om dood te gaan. De ander is computerprogrammeur en was getrouwd met een computerprogrammeur. Ze woonden in Wales, maar hij werkte in Schotland. Door de week daar, weekend thuis. Werkte zich uit de naad. Zijn vrouw ook en er was een au-pair nodig. Zijn vrouw overleed vorig jaar en nu zit zijn zoon zonder werk thuis, want in Schotland kon hij het niet meer volhouden. Economisch en mentaal geruïneerd. Gebarsten levens. Het wordt droog verteld. Zonder emotie zoals alleen een Engelsman dat kan. Toch heeft hij er zichtbaar moeite mee.
Ik vraag het hem niet, maar ik denk dat Eric de tocht wil volbrengen om iets van het leven terug te vinden dat hij verloren heeft. De aanleiding van de tocht is duidelijk. Het doel hoef ik niet te weten. Dat is van hem en van Josephine. Het is het enige verhaal tijdens de hele tocht waar iets van een integere religieuze doelstelling in aanwezig is, maar hij had ook elders kunnen lopen.
Ik kampeer bij de gîte. Didier, de beheerder in Arzacq-Arraziguet, vindt dat ik echt moet gaan stempelen en maakt een papiertje voor me. Hij zegt dat ik in Saint-Jean-Pied-de-Port het officiële carnet moet halen. Als ik dat hier zou doen zou het te duur zijn.
Vanaf nu stempel ik.
Vanaf nu wordt mijn leven geregeerd door de gîtes.