Corné is duidelijk gewend om te praten over zijn leven en zijn jarenlange drugsverslaving. Hij groeit op als jongste kind van een Nederlands Hervormd gezin. Dat hij in zijn pubertijd begint met het gebruik van soft- en harddrugs lag volgens hem in het verlengde van zijn persoonlijkheid: “ik was altijd erg eigenwijs en recalcitrant.”
Gedwongen opname
In 2002 wordt Corné gedwongen opgenomen in de psychiatrie. Hij woont inmiddels samen met zijn vriendin in een huurhuis en werkt als magazijnmedewerker. Op het moment van opname was hij zestien jaar verslaafd aan soft- en harddrugs, over een periode van twintig jaar. Met grote afkeer praat Corné over deze opname en omschrijft het als hulp dat geen hulp is. “Ik werd uit huis geplaatst en opgenomen na een gesprek van 3,5 uur. Dat is veel te kort om een idee van iemand te hebben!” Al gauw wordt hij ontslagen uit de psychiatrische instelling en meldt hij zich vrijwillig aan bij Centrum Maliebaan, centrum voor verslavingszorg. (Dit heet nu Victas). Via de hulpopvang van dit centrum stroomt Corne door naar de interne units in Lunetten. Daar woont hij acht jaar samen met zestien andere cliënten. “Je leert er heel hard aan je zelf werken en je verslaving in kaart brengen. Ook werd ik geresocialiseerd om weer structuur in mijn dagen te krijgen. Ik volgde via de dagbesteding computercursussen en mijn passie voor muziek werd weer opgewekt.” Dat laatste zegt hij met een stralende glimlach.
Voorlichting
De hulp in de interne units in Lunetten slaat aan en Corné verhuist naar een kamer van Stichting begeleid wonen Utrecht. Zijn woonbegeleider daar wijst hem op het imagoproject van de Tussenvoorziening. Omdat hij graag iets met zijn ervaringen in de psychiatrie en verslavingszorg wilde doen meldt hij zich direct aan. “Ik beschouw het als een maatschappelijke verplichting om mensen ervoor te behoeden af te glijden. Het is heel makkelijk om jezelf in de nesten te werken, maar om er weer uit te komen moet je een lange en moeilijke weg gaan.” Ook wijst hij zijn toehoorders op de gevolgen: geestelijk, fysiek, maar ook sociaal. Hij weet dat hij zijn familie veel pijn heeft gedaan. Ondanks dat hebben ze hem altijd gesteund. “Mijn zus was erbij toen ik mij aanmeldde bij Maliebaan. Toen pas kon ze een stapje terug doen en mij overlaten aan de hulpverlening.” Ook iedere hulpverlener was voor hem een belangrijke schakel tot herstel. Als verslaafde en residentieel dakloze heeft hij zo veel hindernissen moeten nemen, zonder hulp was het hem nooit gelukt.
Vrijwilligerswerk
Nu woont Corné in een sociale huurwoning waar hij via een urgentieverklaring aan kon komen. Hij is heel blij dat hij nu 11 jaar van zijn verslaving af is. Gelukkig is hij ook met het veilige sociale netwerk dat hij weer heeft opgebouwd. Betaald werk heeft hij niet, want hij is voor 75% afgekeurd. Maar hij kan zich inzetten als vrijwilliger bij de Tussenvoorziening: naast voorlichter is hij daar ook receptionist en koerier. “Heerlijk om weer mee te kunnen doen in de maatschappij!”
Levend object
Om de persoonlijke verhalen nog dichterbij te brengen krijg je in de tentoonstelling Ik geef om jou! de mogelijkheid om op zaal in gesprek te gaan met ‘levende objecten’. Kom vanaf 13 september naar Museum Catharijneconvent in Utrecht en mogelijk ontmoet je Corné of een van de andere ervaringsdeskundigen.
Maak hier kennis met de andere levende objecten.