Heb uw naaste lief?

Er wordt over mijn doelgroep gepraat....
Wie de naaste werkelijk lief heeft, moet bereid zijn om zelf met minder genoegen te nemen zodat de kwetsbare genoeg heeft.

Doopsgezind.nl berichtte er over en ik hoorde het van mensen om mij heen, over die mooie tentoonstelling in het Catharijneconvent in Utrecht.
Ik keek naar de schilderijen, las de teksten en er ontstond een gevoel van onbehagen in mij. Omdat diep in mij de beelden uit het verleden, verweven werden met mijn angst vanuit het heden en voor de toekomst.
Wij leven in een maatschappij waar keihard wordt bezuinigd op de meest kwetsbare groepen in de samenleving en waarbij sociale betrokkenheid en cliëntgerichtheid denken door instanties haast niet meer lijkt te bestaan.
Ik weet nooit zo goed wat ik moet met die (Doopsgezinde) vredelievende overlegsferen en het kiezen voor mediationachtige technieken. Omdat ik te maken heb met instanties die mediation verwarren met: hoe kunnen we (vanuit een verborgen agenda) in een gesprek duidelijk maken dat iemand iets niet krijgt.
Mijdingsgedrag blijkt in deze de beste oplossing te zijn om te voorkomen dat ik keer op keer met zo ontzettend veel onzin wordt geconfronteerd die vaak te kwetsend is voor woorden. Ook om in emotionele zin overeind te blijven in deze maatschappij.
Post gooi ik pas na sluitingstijd bij de gemeente in de brievenbus. Ik neem de telefoon niet meer op als men belt. Men vindt het n.l. vanzelfsprekend dat ik anoniem gebeld mag worden. Door medewerkers, vaak zonder de juiste wets- en dossierkennis. Vanuit een benaderwijze die mij vol wantrouwen en achterdocht tegemoet treedt.
Het criminaliseren van de minima zet door. Toen ik afgelopen zomer i.v.m. mijn vrijwilligerswerk (begeleiden pelgrimsreis naar Holy Island) netjes doorgaf van wanneer tot wanneer ik afwezig was, werd zonder opgaaf van reden mijn uitkering stopgezet en zou ik mij een aantal dagen na de reis bij het loket moeten verantwoorden. Mijn grote mond, een jurist die actie ondernam, voorkwam dat dit door zou gaan en een excuus werd afgedwongen.
En dan ineens stond daar in die tentoonstelling die beroemde keukentafel(?). Ik ging zitten en keek naar een map met rapporten over ‘In je kracht’ en voelde een enorme weerstand opkomen.
Ik heb het een beetje gehad met het te pas en onpas hanteren van termen waar de kwetsbare burger niets aan heeft en die zelfs als beledigend ervaren worden. Ik kan binnenkort zo’n keukentafelgesprek verwachten over de thuiszorguren. De gezelligheid die afstraalt van de term ‘keukentafel’ wil ik echter meteen ontkrachten: het zal geen gezelligheidsgesprek gaan worden maar een bikkelharde strijd om noodzakelijke thuiszorg te behouden. Zo’n gesprek wil ik niet laten plaatsvinden op die veilige plek binnen mijn eigen territorium. Op het gemeentehuis staat wel zo’n tafel. Een tafel waar je trouwens niet zomaar bent. Een paar sluizen passeren met toegangscodes. Deuren die achter je dichtvallen. Dat beklemmende gevangenisgevoel wat optreed… het is niet te beschrijven.
Ik beschouw velen als mijn naasten, maar naasten vanuit mijn sociaal netwerk zijn door afstand, volle agenda’s, leeftijd, genoeg eigen (gezondheids)zorgen, niet degenen die in structureel opzicht overheidstaken kunnen overnemen.
Ik werd ineens opstandig daar aan die keukentafel op die tentoonstelling. Ik pakte een paar papiertjes uit mijn tas en schreef er de ‘In je kracht’-woorden op die ik niet meer wil horen. Op het tweede briefje schreef ik: ‘2015, Wij als kwetsbare burgers hebben het gehad met dit soort termen = bezuinigen op de kwetsbare!’ Mijn naam en woonplaats zette ik er nog bij en ik schoof beide briefjes boven in de map.
Zolang de rijken in Nederland rijker worden en de armen armer, moet men bij niet aan komen zetten met dat er geen geld is voor de meest kwetsbaren.
Wie werkelijk mijn naaste wil zijn, maakt politieke keuzes. Wie het goed genoeg heeft kan kiezen voor minder (inkomen), een collectieve ziektekostenverzekering en een aanpak van de hoge (onnodige) inkomens en de bonuscultuur.

Alle rechten voorbehouden