Mijn broer was collectant. Het was begin jaren ’60, hij was achttien of in die buurt. Soms werd er gecollecteerd met een zakje aan een lange stok. Dat was nog een hele kunst: die lange stok met een steeds zwaarder wordend uiteinde tussen de rijen doorsturen. Opeens zag ik het gebeuren: mijn broer gebaarde wat bruusk met die collectezak en hup daar vloog het hoedje van een van de dames af! Het bleef met het elastiekje half op haar rug hangen. En je mocht eigenlijk niet lachen in de kerk… Nu gelukkig wel!
Bron: bijdrage aan de tentoonstelling Vrouwen voor het Voetlicht (2012)