Zolang als ik weet was de kerk een onderdeel van mijn leven. Altijd waren wij als gezin actief in de kerk. Opgevoed met de woorden van mijn moeder: 'Kind dat hebben de mensen bedacht, dat is niet van God hoor' (bij allerlei regels en geboden) en 'Ik ben een kind door God bemind en tot geluk geschapen', hadden wij een vrolijk en niet star gereformeerd geloof. Later toen ik mij nergens meer in dat mannelijke Godsbeeld kon vinden was het verliezen van geloof en weggaan uit de kerk erger dan mijn echtscheiding. Na jaren ben ik weer terug. Het voelt alsof ik mijn ziel thuisbreng.